expr:class='"loading" + data:blog.mobileClass'>

vrijdag 30 maart 2018

Vriendschappen zijn net als wijn

Afgaand op Facebook heb ik best veel vrienden. Van een oud collega met wie het contact compleet verwaterd is tot een hartsvriendin met wie ik sinds mijn kinderjaren lief en leed heb gedeeld. En alles wat daar tussen zit.

Door de jaren heen, heb ik heel wat vriendschappen gesloten. Met velen heb ik gelukkig nog steeds heel leuk contact, maar sommige vriendschappen bloeden langzaam dood. Zo gaat dat, het is een natuurlijk proces.

Veel vriendschappen aangaan hoort erbij als je op diverse plekken hebt gewoond. Zeker als je je daarbij ook nog op het internationale toneel begeeft als expat. Op het moment dat het met iemand klikt, ben je gelijk vrienden. Je heb geen tijd te verspillen om de kat uit de boom te kijken want voor je het weet, wordt er weer verhuisd.

Toen wij in Duitsland en Polen woonden, gingen de kinderen naar een internationale school en kwam ik als moeder automatisch in de expat-bubble terecht. Je sluit vriendschappen bij de vleet, zowel met landgenoten als mensen die elders vandaan komen. Mondiale vriendschappen met je expat-leventje als gemene deler.

Tijdens onze jaren in Amerika gingen (en gaan) de kinderen naar een lokale school. En dan werkt het anders. Want alhoewel Amerikanen open en vriendelijk zijn, zijn ze niet altijd genegen echte vriendschappen te sluiten. Ze leven in hun eigen wereldje en alhoewel je altijd welkom bent, ben je toch een buitenstaander.

Naarmate een vriendschap jaren op de teller krijgt, komt het erop aan. Is het een blijvertje of niet? Ik kan eerlijk opbiechten, dat ik met mijn beste vriendinnen relatief gezien het minste contact heb. Maar als we bij elkaar zijn, is het alsof we elkaar gisteren nog hebben gezien. En dan maakt het niet uit of er 5, 50, 500 of 5000 kilometer tussen ons zit.

Ach, vriendschappen zijn eigenlijk net als wijn. De één wordt beter met de jaren, de andere verzuurt.


donderdag 1 maart 2018

Een goed eindexamen is geen garantie voor geluk

Ruim 25 jaar geleden deed ik een ervaring op in Nepal. Op weg naar Kathmandu, zag ik in het ongerepte berglandschap een jong meisje op een rots zitten. Om haar heen een kudde witte geiten. Wat had ik het met haar te doen... Ze zat immers niet op school, wat zou er toch van haar terecht komen?!

Over een paar weken begint onze oudste aan haar High School eindexamens. De examenstress begint hier al in het voorlaatste jaar van de middelbare school. Wil je namelijk bij een beetje redelijke college of universiteit in Amerika aangenomen worden, dan zul voordat het eindexamen überhaupt begint, gestandaardiseerde testen moeten doen. 

Die testen moet je afleggen met een bepaalde score, anders kan je het wel schudden. Onze dochter dacht het op eigen houtje te kunnen maar, al is ze slim en ambitieus, er moest een tutor aan te pas komen. Het heeft zijn vruchten afgeworpen, want ze haalde uiteindelijk een schitterende score waarmee ze bij goede universiteiten binnen zou zijn gekomen. 

Zou zijn gekomen. Want niets is zo veranderlijk als het weer. En ons kind. Nadat alle moeite en energie gestopt was in die testen, meldde ze ons doodleuk dat ze in Nederland gaat studeren. We hebben helemaal niets meer aan alle goede en stevig betaalde testresultaten. Er telt nog maar één ding en dat is het afleggen van het eindexamen in mei met voldoende punten. 

Amerikaanse universiteiten en colleges kijken tot vier jaar terug, naar hoe je hebt gepresteerd op de middelbare school. Het is dus belangrijk dat er vanaf het begin goede cijfers worden gehaald. Om die reden vind ik het niet vreemd, dat Amerikaanse ouders zo in de nek van hun kinderen zitten te hijgen, om er maar voor te zorgen dat ze zo hoog mogelijke cijfers halen. 

Dat begint al heel erg vroeg. Toen onze jongste ruim twee jaar oud was, zat hij op een pre-school. In Nederland noemen we zoiets een crèche. Tijdens een oudergesprek werd mij een papier voorgelegd, waarin alle verrichtingen van onze zoon werden uit- en toegelicht. Voor Amerikaanse begrippen deugde er helemaal niets van, want hij kon zelfs het alfabet niet opzeggen! 

Ik zag in al mijn onnozelheid het probleem niet. De Roemeense lerares lachte me toe en vertelde, dat zo'n gesprek in Europa natuurlijk nooit plaats zou hebben gevonden, simpelweg omdat het geen issue zou zijn. Zo niet hier in Amerika. Ze had al eerder gehoord dat iemand een tutor voor iets soortgelijks had ingehuurd...

Ik heb nooit als een kip op het ei gezeten, als het om de schoolresultaten van onze kinderen gaat. Als je je best hebt gedaan, is het altijd goed. En als je het niet op eigen houtje kan, dan maar niet. Het was al heel bijzonder dat we onze dochter naar een tutor hebben laten gaan voor die standaardtesten. Dat was niet omdat wij het wilden, dat was haar eigen wens. 

Word je daar nou allemaal gelukkig van, vraag ik me wel eens af. Al die stress voor goede cijfers. Al die spanning of je wel aangenomen wordt op die ene universiteit. En wat nou als de vervolgopleiding waar je alles voor heb gedaan, straks helemaal niet zo leuk is als je dacht? Of dat je het niveau onverhoopt toch niet helemaal aankan? 

Dan zie ik weer dat meisje voor me in de Nepalese bergen. En dan denk ik aan wat de nestor van het reisgezelschap tegen me zei, toen ik mijn zorgen over haar hardop uitsprak. Hij zei: "Wie weet is dat meisje juist wel heel erg gelukkig. Met haar simpele leven, waarin de enige zorg van de dag is, dat ze goed voor haar geitjes moet zorgen. En dat elke dag weer". 

Mooie cijfers en een goede opleiding zijn geweldig, maar helaas geen garantie voor een gelukkig leven.